Hoofdstuk 23

Fons schreeuwt de longen uit zijn lijf: Jij bent een smeerlap net zoals je vader.

Mijn leven is verwoest omdat die smerige ....pedo aan mijn lijf is geweest. Jij kan vrij uit leven. Geen spoortje van misbruik aan jouw lijf. Je hebt niet eens gemerkt dat jouw vader je beste vriend misbruikte. Je hebt geen idee hoe het voelt. Mijn lijf is smerig. Ik vertrouw geen hond meer.
Jouw leven is niks veranderd terwijl mijn leven kapot is, verdomme.
Jelle schreeuwt uit frustratie net zo hard terug. Jij denkt alleen maar aan jezelf. Mijn leven is zeker niet veranderd? Jij kan in elk geval je vader nog vertrouwen en als het daar over uitgaat je hele familie en opa van der Donk. Zelfs jouw broer vecht voor je. En kijk mij nou eens, ik vertrouw niet eens mijn eigen moeder meer. Jij hebt makkelijk praten, jouw misbruik is gestopt en de misbruik van mijn pa gaat gewoon door in mijn brein. Ik vertrouw mezelf niet eens meer.
Mijn God, ik heb al nachten wakker gelegen, bij de gedachte: wat als ik ook op kinderen val.
Heel eerlijk, ik vind het een walgelijk idee. Die vent heeft mijn leven kapot gemaakt.
Iedereen heeft medelijden met jouw. Voor mij is er alleen walging.
Verdomme, ík heb niet aan kinderen gezeten. Ik heb ze verdomme niet misbruikt. Ik ben zelf nog maar een kind. En ik zit mezelf te vededigen omdat mijn zogenaamde vád....er met zijn tengels niet van kinderen af kan blijven.
Fons bijt zich nog harder in de zaak en schreeuwt gesmoord. Ik zou willen dat jij misbruikt werd door een pedo, al is het maar om te laten voelen wat ik heb doorgemaakt. Dan heb je pas recht van spreken. Iedere nacht is het alsof hij me weer pakt. Iedere nacht herleef ik dat hij op me ligt, de vuiligheid, de ...!
Jij kan je verstoppen in een andere stad waar niemand je kent, van je geheimen weet.
Je hoeft het alleen maar te vergeten.
Je hoeft alleen maar je eigen leven te leiden.
Jij kan vrienden maken bij de vleet, zelfs vriendinnen als je wilt. Jij kan vrijen met een meid, zonder erbij na te denken.
Je hebt gelijk, je hebt nog niemand misbruikt. Wat houdt jouw tegen als je een kind voorbij ziet komen? Ga uit mijn buurt, ga uit mijn leven, jij hufter. Mooi weer spelen met mij en je geweten sussen.
Fons wil zich omdraaien en Jelle trekt aan zijn arm.
Oh ja ...denk jij dat ik met gemak vriendinnen krijg...?
Een brok in zijn keel blijft steken. Kwaad....sist hij: voor jouw is er begrip….. voor mij.....wat is er voor mij? Zelfs jij walgt van mij. Wat..... zelfs ik walg van mezelf. Vriendinnen, denk jij dat ik me daar mee bezig hou? Ik kan nog niet eens mijn beste vriend vertrouwen. Mijn beste vriend laat me vallen als een baksteen. Je nagelt me vast. In jouw ogen ben ik het niet eens waard om te leven. Ik ben die pier die je vastprikt aan je angel en die je laat bungelen aan je hengel. Je hebt gelijk. Ik weet niet half hoe jij lijdt. En ik wil het niet eens weten ook!!!
Als het aan jou ligt, blijf je me totdat ik dood ben, achtervolgen met de vuiligheid van de man die mijn vader moet wezen.
Verdomme, dringt het nog steeds niet in je hersenpan door.
Ik ben mijn vader niet, niet, niet!
Fons trekt zijn arm los en duwt Jelle ruw naar achteren. Als je wilt vechten kom maar op.
Fons stort zich op Jelle. Als dolle stieren vechten Fons en Jelle rollend over de grond;
alsof hun leven ervan afhangt; als zou het iets veranderen aan wat Jelle en Fons is overkomen.
Fons grijpt een oude fietspomp en raakt Jelle op zijn hoofd. Jelle glijdt bewusteloos op de vloer. Fons bonkt op het lijf van Jelle. Staat op...en spuugt in Jelle's gezicht. Draait zich om en loopt de schuur uit.
Hij kookt van woede en rijdt weg op zijn fiets.
 
Met een bonkend, zeer pijnlijk hoofd komt Jelle bij. Hij wil opstaan maar zakt weer terug op de grond. Een stukje bot priemt door zijn broek…..
De boekentas ligt tegen de deurpost aan, met zijn mobieltje. Als ik nu bel dan ben ik Fons kwijt. Hem verraden.... dat nooit. Ook al doet hij nog zo lelijk, voor mij blijft hij mijn vriend en vrienden laat je niet vallen. Maar zo blijven liggen kan ik ook niet.
Weer doezelt Jelle versuft weg. ......
Iets snuffelt aan zijn hoofd en als hij zijn ogen open doet staat er een boxer te snuffelen. Hij hoort de eigenaar fluiten.. Jerom….Jerom kom. De hond draait zich om en rent het schuurtje uit om vervolgens weer terug te keren. De eigenaar volgt de hond.....
 
Een lichte hersenschudding en Jelle's rechter onderbeen is gebroken.
We zullen hem vanavond moeten opereren , mevrouw Huizinga.
De politie heeft geprobeerd om te achterhalen wat er met Jelle gebeurd is. Maar uw zoon wil niets vertellen.
Dat idee krijg ik ook.
Volgens mij kent hij de dader.....

Share by: