Hoofdstuk 27

Mag opa binnen komen? Hij zit buiten op de gang!

Natuurlijk, haal hem maar naar hier.
Opa van der Donk komt aarzelend binnen. Alles oké met jullie twee?
Aan de gezichten van Fons en Jelle ziet hij dat de twee vrienden het weer goed hebben gemaakt.
Ik heb drie blikjes cola meegenomen. Ik hoop dat de zuster dit niet erg vindt.
Ik heb er eens goed over nagedacht. Jelle.....in mijn hart wil ik jou adopteren als een van mijn kleinzonen. Wat denk je daarvan?
Opa, dat is een fantastisch idee. Ik zou het heerlijk vinden.
Zo, dat is geweldig en geregeld.
Ik heb al heel lang het idee dat ik geen twee kleinzonen heb maar eigenlijk drie.
Dan ben je in mijn hart een neef van me. Trots kijkt Jelle naar Fons en opa.
Een hele eer...ik adopteer jullie in mijn hart als opa en neef.
Er brandt een vraag op de lippen van Fons.
Opa wilt u Jelle vertellen van de oorlog?
Een van de redenen waarom wij nu nog vrienden zijn is door Uw verhalen hierover.
Hij vertelt dit aan ieder kleinkind. Aangezien je net een kleinkind van hem bent geworden.....!
Ze maken een afspraak wanneer opa moet stoppen met vertellen.
Opa gaat ervoor zitten:
Mijn beste vriend heet Bert van Sölingen We woonden in de binnenstad van Eindhoven. En ik ken Bert van voor de tweede wereldoorlog. Het zal 1935 zijn geweest toen we samen op de mulo zaten. Bert en ik waren altijd met een fotocamera op pad. Mijn eerste camera had ik gekregen van de opa van Bert. Het liefst fotografeerden we mensen die uit kroegen kwamen. Bert's ouders hadden een fotozaak en dus ook een donkere kamer.
Toen de oorlog uitbrak, werden al snel alle jongens van achttien jaar en ouder voor arbeidseinsatz in Duitsland ingezet. Een uitzondering was als je onmisbaar was voor de boerderij of, in het geval van mijn oudste broer, de winkel, of getrouwd was, dan ging je niet op transport naar Duitsland.
We hadden de Familie van Spanendonk met jodenster zien lopen en zo waren er meerdere families. Zoetjes aan zagen we hoe de duitsers alle winkels of bedrijven opdoekten van de joden. Hoe ze haat verspreiden onder de mensen tegen joden, tegen zigeuners en tegen homo's.
Bert was jood en homo.
Heel snel heb ik hem aangeraden om onder te duiken en ik ging met hem mee.
Het enige wat ik bij me had was de fotocamera en hoogst noodzakelijke kleding.
Toen Bert me zag met de camera, bedacht hij zich geen ogenblik. Thuis haalde hij een kinderwagen en daar had hij de hele dokaspullen en chemicaliën om foto's te ontwikkelen in gezet. Van zijn moeder had hij een bloemetjes-jurk meegenomen, voor het geval hij een moeder moest spelen. In de bossen tussen Eindhoven en Heeze, hebben we een "ondergrondse hut" gebouwd. Daar hebben we drie maanden in gewoond. Frank van Sölingen, een neef van Bert, zat in het verzet en hij heeft ons daarna onder laten duiken op een boerderij in Gaandeweg.
Bert en ik wilden mensen helpen vluchten.
Zo kwamen we op het idee om identiteitspapieren te vervalsen: We konden foto's maken. Frank had duitse stempels achterover gedrukt en ik was goed in het vervalsen van handschriften en handtekeningen. Alles was goed verstopt in een geheime kamer van de boerderij.
De Familie van Espen was oorspronkelijk duits, op hun boerderij zaten we ondergedoken.
Menig uur hebben we bang tussen de muren geklemd gezeten omdat er een duitser in huis was. Gelukkig wist Marie van Espen altijd weer de duitsers het huis uit te werken.
Elke keer waren we daarna bang dat Marie of Leo ons toch nog zou verraden, maar dat hebben ze nooit gedaan. Heldhaftige mensen... mijn petje ervoor af.
Gelukkig vorderden de duitsers hun boerderij nooit. Anders hadden we gigantisch in de problemen gezeten.
Ergens halverwege de tweede wereldoorlog raakten onze chemicaliën op en ben ik op een nacht naar de fotozaak van Bert zijn ouders geslopen. Het hele huis lag er stil en verlaten bij.
Mijn vervalste papieren had ik op zak en de sleutel van Bert. In de fotozaak lag niets meer wat er op wees dat er ooit foto's verkocht waren. Bert had van Frank gehoord dat zijn vader de chemicaliën in de tuin had begraven. Een schop was zo gevonden en een oude plunjezak van het leger kon goed dienst doen voor vervoer van de vaten.
Ineens hoorde ik gerommel..... duitsers... en de stem van de vader van Bert.
 
Wo ist der Jungeman? Er muss irgendwo drinnen sein.
 
Ik dook in de bosjes naast het huis.
 
Dass muss eine katze gewesen sein...unsere Muki, mein herr.
Ich meinte, es sei ein mensch.
Du irrst sich, du darfst ruhig in die garten nachsehen.
Nicht nötig...gute nacht.
 
De duitser vertrok.
Wat die duitser zei was: waar is de jongeman, hij moet ergens binnen zijn en hij dacht het geluid van een mens gehoord te hebben. De vader van Bert had daarop geantwoord: dat dat het geluid van een kat was geweest, onze kat Muki. U heeft zich vergist.
De vader van Bert heeft me daarna snel naar binnen gehaald.
Diezelfde avond zijn we naar de tuin van tante Aurial gegaan en daar hebben we de chemicaliën opgegraven. De vader van Bert is toen bij ons ondergedoken. Hij is zich gaan inzetten als begeleider van engelse piloten. Die moesten zo snel mogelijk over de grens richting Frankrijk gebracht worden. Zijn talenknobbel heeft menig engelse piloot gered.
Waar hij de burgerkleding vandaan haalde is nog altijd een raadsel.
Ik vermoed dat hij de kledingzaak van Agnes Stuup heeft leeggehaald, nadat de duitsers deze Familie naar een concentratiekamp hadden afgevoerd..
Eindhoven is bevrijd door de Amerikanen. We waren door het dolle heen.
Marie en Leo van Espen waren heel bang dat ze door de nederlanders zouden worden gelyncht.
Wij konden hen beschermen en voor hen getuigen dat zij onderduikers en engelse piloten hielpen tijdens de oorlog.
Mensen die met de Duitsers hadden meegeheuld of NSB-ers werden onherroepelijk door nederlanders kaal geschoren en op een kar door hun woonplaats te kijk gezet.
Ergere dingen gebeurden met deze mensen.
Nadien keerde ik terug naar mijn thuis.
Mijn ouders en mijn zus en broer lagen kaalgeschoren en ziek op hun bed.
Ze werden nog dezelfde dag meegenomen naar een kamp omdat ze lid waren geweest van de NSB.
Mijn God wat was ik woest op ze....lid van de NSB!
Pas veel later begreep ik dat ze geen keus hadden. Om aan spullen te komen voor hun kruidenierszaak, moesten ze wel lid zijn van de NSB. Het was hun enigste bron van inkomsten, en anders was er geen eten op tafel.
Als Frank van Sölingen niet had ingegrepen was ik ook naar een kamp afgevoerd, hij heeft verteld wat ik in de oorlog voor het verzet heb gedaan.
Ik ben uiteindelijk uit Eindhoven weggegaan omdat ik als zoon van een NSB-er geen kans meer kreeg een normaal leven op te bouwen.
Bert en zijn vader kwamen naar mijn ouderlijk huis omdat hun huis gebombardeerd was.
De vader van Bert is vijf jaar na de oorlog overleden. Hij heeft gelukkig een nieuwe fotozaak mee helpen opzetten voor Bert en mij.
Hij heeft ons veel geleerd van het fotovak. Pas veel later zijn we verhuisd naar Gaandeweg.
Er kwam een goedkoop winkelpand vrij in de Gagelstraat.
Bert kreeg kennis met Jan Berk, uit Alland en ik kreeg kennis met Nelleke de Jong. Bert moest het in die tijd geheim houden dat hij een vríend had.
Zo open en vrij als men er nu over praat.....!
Jan was ingenieur en veel op reis. Dus viel het niet op dat hij samenwoonden met Bert. Ze leken ook veel op elkaar en dus werd er in Gaandeweg gedacht dat het broers waren.
Van de familie Sölingen hebben maar een paar mensen de oorlog overleefd.
Van mijn familie iedereen. Dat maakt het voor mij zo onverteerbaar.
In auschwitz is de rest van de familie van Sölingen een gruwelijke dood gestorven.
De oorlog heeft twee kanten, zo lijkt het!
Ben ik een slecht mens omdat mijn ouders ervoor gekozen hebben om NSB-er te worden?
Ben ik een goed mens omdat ik in het verzet heb gezeten en mensen heb helpen ontsnappen aan de duitsers?
Het lijkt zo gemakkelijk, maar voor jezelf en voor je omgeving is het een eeuwigdurende strijd..!
Het wordt even stil. .
Jelle reageert: het verhaal van opa lijkt op het mijne!
Mijn vader heeft een keuze gemaakt, die ík nooit zal maken.
Nooit of te nimmer mag je kinderen misbruiken en dat is mijn mening.
Ik voel me net zoals U opa.
 

Share by: