Hoofdstuk 7

Het is alweer een week geleden.

De moeder van Jelle heeft nog dezelfde dag, na het verhoor, haar dierbare spullen bij elkaar gezocht: de fotoalbums en haar familiekastjes en haar hobbyspullen en andere spullen van waarde.
Jelle moest maar hetzelfde doen, had ze gezegd.
Ze had meteen haar moeder gebeld en een klein vrachtwagentje gehuurd om de spullen van Jelle en haarzelf te verhuizen.
Oom Frans had ook aangeraden om alle kleding in te pakken, want het kon nog wel een tijdje duren voor ze weer in dit huis zouden kunnen terug keren.
Oh ja en de fietsen moesten ook nog mee.
De grote spullen zijn zolang bij ome Frans in zijn garage opgeslagen.
Jelle en zijn moeder wonen bij Oma Huizinga in.
Nu zit Jelle op de logeerkamer en zijn moeder is weer terug op haar oude meisjeskamer.
Oma heeft door de jaren heen niet veel aan haar kamer veranderd. Zelfs haar oude poppen staan nog op haar kledingkast.
Zo woon je hier en zo woon je daar.
Jelle kan er nog niet aan uit.
Het is alsof een moker hem op zijn kop heeft geslagen.
Dat mijn vader zoiets kon doen…… Ik dacht dat ik geruster zou zijn als ik het wist.......
Nou mooi niet!
Ik had tien keer liever gehad dat hij thuis was gekomen en had gezegd: nou Jelle, ik ben een homofiel of een travestiet.
Een moord was erger geweest, maar zelfs daar kan je nog beter mee leven als dit.
Ik vind hem een lafaard.
Hij heeft ons nooit laten weten wat hij uitvoerde.
Trouwens ....hij heeft niet eens een poging ondernomen om zijn verontschuldigingen aan te bieden.
Zoals Jelle van zijn moeder heeft begrepen, heeft hij niet eens contact gezocht.
Ze moest hem zelf bellen!
Zijn moeder wil onmiddellijk van hem scheiden.
Ze wil niet dat Jelle nog in zijn buurt komt.
Op veel begrip van mij kan hij niet rekenen! Ik zou wel willen weten waarom hij dit gedaan heeft.
Had hij aan mijn moeder niet genoeg? Is hij inderdaad geestelijk gestoord, want om zoiets te doen moet je geestelijk ziek zijn denk ik.
Jelle besluit dat het geen zin heeft om te speculeren, misschien krijgt hij ooit antwoord, misschien ook niet.
Ermee leven moet je toch.
Zijn moeder heeft geprobeerd om een afspraak met een hulpverlener van het Riagg te maken.
Ze zegt dat je dit niet zomaar vanzelf te boven komt. Ze wil hulp voor Jelle en haarzelf.
Jelle heeft daar weinig zin in.
Je denkt toch niet dat ik daar alles wat ik denk en voel ga vertellen?
Een of andere psycholoog die je dan vraagt "en hoe voel je je nou", wat dacht je van "rot en shit".
Maar ja...als je moeder het wil, dan ga je toch.
Oma roept naar boven dat hij toch echt naar school moet en Jelle sjokt naar beneden.
Weinig zin vandaag om naar school te gaan.
Liever gaat hij vissen aan de waterkant en mijmeren.
Heeft het nut om nog naar school te gaan?
Zijn vrienden hebben gelijk dat ze hem mijden als de ziekte.
Je pubertijd zou de leukste tijd van je leven moeten zijn. Kattenkwaad uithalen met je vrienden, de leraren pesten, zwijmelen bij een mooie meid, nog even niets moeten. Die tijd is er voor mij niet meer bij.
Hier wordt je verduveld snel volwassen van.
Je moet nu echt gaan, moppert oma.
Jelle stapt traag op de fiets en vergeet bijna zijn boekentas, die hij het liefst gelijk in de vuilcontainer zou keilen, maar dat zou oma niet pikken.
Onderweg ziet hij een bekende auto voor zich rijden.
Jelle herkent zijn vader achter het stuur.
Ik zou zweren dat er een begravenis is..... zonder stoet dan.
Ik kan hem nog met mijn fiets inhalen als ik dat zou willen. Mijn vader is nog nooit zo traag geweest met de auto.
Weinig zin om daar achter te blijven plakken.
Ik kies wel een andere route om naar school te gaan. Zou hij het expres doen? Zou hij mij herkend hebben? Het lijkt me van niet. Anders had hij wel getoeterd.
Wacht eens.... hij rijdt niet richting zijn werk en ook niet richting zijn huis of huisarts.
Ik zal hem eens volgen, denkt Jelle, op veilige afstand want dit is wel heel goed bij te houden.
Verdraaid... hij rijdt richting het politiebureau.
Jelle stopt bij een boom aan de kant van de weg en kijkt hoe zijn vader het parkeerterrein van de politie op draait.
Zijn vader stapt uit met een kleine weekendtas bij zich en loopt in begravenis-stijl naar de voordeur van het politiebureau.
Jelle ziet hoe de agent hem het politiebureau binnen laat.
Wat zou die daar gaan doen, vraagt Jelle zich af?

Share by: