Hoofdstuk 8

Fons moet weten wat er bij ons thuis is gebeurd.

Frank houdt me niet tegen. Bellen kan niet.
E-maillen kan ook niet want iedereen kan bij Fons thuis op de computer en dan achterhalen ze zo dat ik contact zoek.
Een brief is nog de beste oplossing. Dan kan ik meteen mijn adreswijziging doorgeven. Deze vriendschap is me teveel waard om niks meer van me te laten horen. Per slot van rekening zijn we al vanaf de kleuterschool vrienden. Fons zal me wel begrijpen en dan kan ik hem meteen voor mijn vader waarschuwen.  
Hoe begin je in hemelsnaam zo'n brief… ik begin gewoon.
 
Hallo Fons,
 
Ik heb je de laatste tijd niet meer gezien. Ben je ziek? Ik hoop dat je niet mijn griep hebt opgelopen. Als je ziek bent wens ik je veel beterschap. Er is bij ons thuis veel negatiefs gebeurd. Mijn ouders gaan scheiden. Ik woon nu ergens anders. Ik woon bij Oma Huizinga samen met mijn moeder. Het adres is Lutjesvaart 10, 7777 DH in Gaandeweg.
Dit is nog niet het ergste. Ik wil je waarschuwen uit de buurt van mijn vader te blijven. Die rotzak blijkt een pedofiel te zijn. Ik weet niet wie de slachtoffers zijn, maar als het aan mij ligt maakt hij er niet één meer. Die man hoort in een gevangenis thuis of in een gesticht voor gekken. Hij moet niet in mijn buurt komen. Ik sta niet voor de gevolgen in. Als ik niks van je hoor, dan ga ik maar vanuit dat je geen contact wil. Ik hoop dat we vrienden kunnen blijven.
 
Groetjes, Jelle Hoogendoorn
 
Zou dit voldoende zijn of moet ik nog meer schrijven. Ik denk dat dit wel duidelijk genoeg is. Deze brief gaat in een envelop en op de bus. Ik zal de gegevens op de envelop maar typen. Frank kent mijn handschrift goed. Mijn naam zet ik niet achterop. Heb ik aan alles gedacht? Volgens mij wel. Postzegels... waar laat oma haar postzegels? Tuurlijk, in haar rommellaatje zal er nog wel eentje zitten. Waarom bonkt mijn hart zo.....negeren.
Jelle springt op oma's fiets en de brief zit in de fietstas. Verdomme... er zitten klasgenoten op het bankje bij de brievenbus. Zouden die het weten van mijn vader?
Ai, ze hebben me al gezien. Voordat Jelle goed en wel weg kan komen, vliegen de eerste kiezelsteentjes hem om de oren. Zijn klasgenoten schelden hem voor pedofiel en kinderlokker uit. Tonny roept Jelle na van "zo vader zo zoon, je zal waarschijnlijk ook niet met je poten van een kind af kunnen blijven".
Kwaad... ik ben woest....rotschool......rotkinderen.....neen, rotpa.....stomme idioot....en maar braaf hypocriet wezen.....je moet je wel netjes gedragen, want wat zouden de buren ervan kunnen denken.....schijnheilige.....hij heeft nog niet eens aan de gevolgen voor ons gedacht.....woest, hoe kun je je nou in 's hemelsnaam aan een kind vergrijpen....dat doe je toch niet!
Jelle zwijgt en de tranen biggelen hem over de wangen. Even niet denken.
Ik rij wel naar Tunningen, daar hebben ze een postkantoor en daar kennen ze me niet zo goed.
Vooraan in Tunningen staat ook een brievenbus en daarin verdwijnt de brief aan Fons.
Op de terugweg kijkt Jelle heel goed uit voor klasgenoten.
Ik voorzie voorlopig geen rust. Misschien moeten we gewoon verhuizen naar een andere plaats, waar ze mij niet kennen en waar ze van deze geschiedenis niets weten.

Share by: